Meer dan 20 jaar geleden koos ik ervoor om in de zorg te stappen. Misschien niet zo verwonderlijk met ouders die beiden ook in de sociale sector zaten. Dus legde ik me gedurende drie jaar toe op de studie verpleging (en toegegeven, ook een beetje op het nachtleven in Leuven). Om dan nadien nog een extra jaartje Spoed en Intensieve zorgen te volgen. Zo begon ik dus 20 jaar geleden te zorgen. Met hart en ziel.
Afgelopen maanden werd er nog meer gezorgd dan anders. Corona geeft de zorg een nieuwe dimensie. Bestaand structuren werden meermaals omgegooid, protocols regelmatig aangepast, alles in functie van veiligheid voor iedereen. Het werken is voor mij zowel mentaal als fysiek behoorlijk afmattend. Probeer maar eens empathisch over te komen, in een pak, met twee paar handschoenen aan, met mondmasker en een helm op je hoofd. Onherkenbaar, onverstaanbaar. Nog meer dan anders leggen mensen hun lot in je handen. Onwezenlijk om familie naar huis te sturen, en te laten wachten op telefoon. De zieke mensen ondergaan de nodige onderzoeken, bang afwachtend wat het verdikt gaat zijn. De eenzaamheid weegt door. En dat raakt me enorm.
Ik tel dan ook de uren af, om terug naar mijn gezin te gaan. Eerst uit het pak, de douche in, om niet alleen de stress maar ook die vieze beestjes van mijn lijf te schrobben. Naar zij die al meer dan een maand hun best doen om door social distance corona de wereld uit te helpen. En dan maak ik me ook zorgen. Om toch maar iets mee naar huis te nemen, om hen te besmetten met het virus.
Ook dan stopt mijn zorgen niet. Want na mijn shift in het ziekenhuis, begint er een shift thuis. Manlief werkt van thuis uit, dus valt er nog een deel huishouden te doen, moet er nog mee geholpen worden met huistaken van de dochters, voorraadkasten moeten gevuld worden, de tuin schreeuwt om aandacht, en ik wil mijn batterijen opladen.
Om dan nog maar te zwijgen over de zorgen over de toekomst, over de impact van corona op ons doen en laten.
Soms ben ik stiekem jaloers op mensen die thuis mogen blijven. Want afgelopen zomer ging ik op zoek naar de rust die nu overal heerst, naar de tijd die we samen kunnen doorbrengen. Maar aan de andere kant ben ik fier, fier dat ik iets kan betekenen voor anderen, fier op mijn collega's, op wat we samen bereiken. Fier op mijn huishouden, dat kleine gelukjes in de vorm van kaartjes bij buurtbewoners, verjaardagslingers in het rusthuis en ingezongen liedjes uitdeelt.
Ik hoef geen applaus, geen #, want ik voel me geen held. Al zijn die kleine attenties, die schouderklopjes natuurlijk een hart onder de riem, geven ze me energie. Maar ik zorg nog steeds met hart en ziel. Met of zonder corona
Afgelopen maanden werd er nog meer gezorgd dan anders. Corona geeft de zorg een nieuwe dimensie. Bestaand structuren werden meermaals omgegooid, protocols regelmatig aangepast, alles in functie van veiligheid voor iedereen. Het werken is voor mij zowel mentaal als fysiek behoorlijk afmattend. Probeer maar eens empathisch over te komen, in een pak, met twee paar handschoenen aan, met mondmasker en een helm op je hoofd. Onherkenbaar, onverstaanbaar. Nog meer dan anders leggen mensen hun lot in je handen. Onwezenlijk om familie naar huis te sturen, en te laten wachten op telefoon. De zieke mensen ondergaan de nodige onderzoeken, bang afwachtend wat het verdikt gaat zijn. De eenzaamheid weegt door. En dat raakt me enorm.
Ik tel dan ook de uren af, om terug naar mijn gezin te gaan. Eerst uit het pak, de douche in, om niet alleen de stress maar ook die vieze beestjes van mijn lijf te schrobben. Naar zij die al meer dan een maand hun best doen om door social distance corona de wereld uit te helpen. En dan maak ik me ook zorgen. Om toch maar iets mee naar huis te nemen, om hen te besmetten met het virus.
Ook dan stopt mijn zorgen niet. Want na mijn shift in het ziekenhuis, begint er een shift thuis. Manlief werkt van thuis uit, dus valt er nog een deel huishouden te doen, moet er nog mee geholpen worden met huistaken van de dochters, voorraadkasten moeten gevuld worden, de tuin schreeuwt om aandacht, en ik wil mijn batterijen opladen.
Om dan nog maar te zwijgen over de zorgen over de toekomst, over de impact van corona op ons doen en laten.
Soms ben ik stiekem jaloers op mensen die thuis mogen blijven. Want afgelopen zomer ging ik op zoek naar de rust die nu overal heerst, naar de tijd die we samen kunnen doorbrengen. Maar aan de andere kant ben ik fier, fier dat ik iets kan betekenen voor anderen, fier op mijn collega's, op wat we samen bereiken. Fier op mijn huishouden, dat kleine gelukjes in de vorm van kaartjes bij buurtbewoners, verjaardagslingers in het rusthuis en ingezongen liedjes uitdeelt.
Reacties
Een reactie posten