Het was hier stil, niet gepland. Een bewuste stilte. Niet dat ik er zelf voor koos. De tijd had me ingehaald. Ik stond op de pechstrook en kon alleen maar verbijsterd kijken naar alles en iedereen die me voorbijstak.
Het deed pijn. Eerlijk gezegd voelde ik mezelf altijd een sterke madam, en stiekem was ik daar ook wel een beetje fier op. Het huishouden, werken in een onregelmatig uurrooster, twee opgroeiende dochters, vele hobby's, en dan nog hier en daar vanalles willen meepikken. Lekker druk, maar ik genoot er ook wel van. Maar begin dit jaar veranderde dit.
Mijn werk deed ik de voorbije 20 jaar met hart en ziel, met veel enthousiasme en plezier. Maar meer en meer begon het een opgave te worden. Mijn collega's zullen dit niet meteen gemerkt hebben, maar het vrat zoveel energie dat ik thuis minder begon te functioneren.
Ik kon het nog wel hoor, opstaan, iedereen klaarmaken voor school, boodschappen doen, eten maken, wat smalltalk hier en daar, .... Maar eenmaal dit gedaan, hing ik in de zetel, gordijntjes toe, en moest ik het bekopen. Elk sociaal contact was teveel. Ik dwaalde af tijdens gesprekken, afgeleid door omgevingsgeluiden, andere mensen, ... De baan op met de auto, voelde als een uitstap met een tientonner. Een boek lezen, tv kijken, het lukte niet. Zelfs in de stoffenwinkel moest ik bijna hyperventilerend buitengaan. Ik vond enkel rust alleen thuis, op de bank of in bed.
Wat ikzelf bestempelde als een voorjaarsdipje, werd door mijn naaste omgeving in vraag gesteld. Ik was niet langer meer mezelf. Ik overleefde enkel. Er volgden dagen vol tranen voor ik naar de huisarts stapte en een briefje liet schrijven. Burn-out, een term die ik niet wilde aanvaarden, maar die daar zwart op wit stond.
Ik was mezelf niet meer, en de energie om dit aan te pakken ontbrak. Onze agenda werd leeggehaald, en aangepast aan mijn ritme. En zo gebeurde het, en ik leerde het te aanvaarden. In kleine stapjes. Eerst waren er lege dagen, dagen waarin enkel het hoogstnodige gebeurde. Stilaan begon ik weer te verlangen naar sociale contacten, naar samenzijn, naar energiemomentjes. Om soms na enthousiaste momenten weer te crashen en leeg te lopen. Gelukkig zijn er genoeg mensen om me heen, die op het gepaste moment een hand aanreiken. Een berichtje, kaartje, bloemetje, elke blijk van vriendschap werd hartelijk in ontvangst genomen.
Er werd gesnoeid in mijn internetgebruik, ik verwijderde me uit allerhande whatsappgroepjes en deed grote kuis. Niet in één keer, maar hoekje voor hoekje. En zo verwijderde ik overtollige ballast en creëerde rust, in huis en in mijn hoofd.
De grote vakantie is niet het ideale moment om thuis te zitten. Toch lukte het me om na een dikke twee maanden een soort rust te vinden. De grootste verandering die gebeurde , gebeurde in mijn hoofd. Ik aanvaarde mezelf en leerde neen zeggen, neen tegen de snelweg waarop we zaten. Nu probeer ik het leven te bewandelen langs minder drukke paden en zal je me af en toe terugvinden op een bankje aan de zijkant.
Drie maanden, het lijkt niet veel, maar elke dag zonder goesting was er eentje te veel. Het blijft een weegschaal, bewaken van grenzen en zoeken naar rustmomentjes. Ik ben er nog lang niet. Maar we gaan ervoor. Want ik wil terug pretlichtjes in mijn ogen, terug onbezonnen genieten van het leven. Terug mij zijn!
Het deed pijn. Eerlijk gezegd voelde ik mezelf altijd een sterke madam, en stiekem was ik daar ook wel een beetje fier op. Het huishouden, werken in een onregelmatig uurrooster, twee opgroeiende dochters, vele hobby's, en dan nog hier en daar vanalles willen meepikken. Lekker druk, maar ik genoot er ook wel van. Maar begin dit jaar veranderde dit.
Mijn werk deed ik de voorbije 20 jaar met hart en ziel, met veel enthousiasme en plezier. Maar meer en meer begon het een opgave te worden. Mijn collega's zullen dit niet meteen gemerkt hebben, maar het vrat zoveel energie dat ik thuis minder begon te functioneren.
Ik kon het nog wel hoor, opstaan, iedereen klaarmaken voor school, boodschappen doen, eten maken, wat smalltalk hier en daar, .... Maar eenmaal dit gedaan, hing ik in de zetel, gordijntjes toe, en moest ik het bekopen. Elk sociaal contact was teveel. Ik dwaalde af tijdens gesprekken, afgeleid door omgevingsgeluiden, andere mensen, ... De baan op met de auto, voelde als een uitstap met een tientonner. Een boek lezen, tv kijken, het lukte niet. Zelfs in de stoffenwinkel moest ik bijna hyperventilerend buitengaan. Ik vond enkel rust alleen thuis, op de bank of in bed.
Wat ikzelf bestempelde als een voorjaarsdipje, werd door mijn naaste omgeving in vraag gesteld. Ik was niet langer meer mezelf. Ik overleefde enkel. Er volgden dagen vol tranen voor ik naar de huisarts stapte en een briefje liet schrijven. Burn-out, een term die ik niet wilde aanvaarden, maar die daar zwart op wit stond.
Ik was mezelf niet meer, en de energie om dit aan te pakken ontbrak. Onze agenda werd leeggehaald, en aangepast aan mijn ritme. En zo gebeurde het, en ik leerde het te aanvaarden. In kleine stapjes. Eerst waren er lege dagen, dagen waarin enkel het hoogstnodige gebeurde. Stilaan begon ik weer te verlangen naar sociale contacten, naar samenzijn, naar energiemomentjes. Om soms na enthousiaste momenten weer te crashen en leeg te lopen. Gelukkig zijn er genoeg mensen om me heen, die op het gepaste moment een hand aanreiken. Een berichtje, kaartje, bloemetje, elke blijk van vriendschap werd hartelijk in ontvangst genomen.
Er werd gesnoeid in mijn internetgebruik, ik verwijderde me uit allerhande whatsappgroepjes en deed grote kuis. Niet in één keer, maar hoekje voor hoekje. En zo verwijderde ik overtollige ballast en creëerde rust, in huis en in mijn hoofd.
De grote vakantie is niet het ideale moment om thuis te zitten. Toch lukte het me om na een dikke twee maanden een soort rust te vinden. De grootste verandering die gebeurde , gebeurde in mijn hoofd. Ik aanvaarde mezelf en leerde neen zeggen, neen tegen de snelweg waarop we zaten. Nu probeer ik het leven te bewandelen langs minder drukke paden en zal je me af en toe terugvinden op een bankje aan de zijkant.
Drie maanden, het lijkt niet veel, maar elke dag zonder goesting was er eentje te veel. Het blijft een weegschaal, bewaken van grenzen en zoeken naar rustmomentjes. Ik ben er nog lang niet. Maar we gaan ervoor. Want ik wil terug pretlichtjes in mijn ogen, terug onbezonnen genieten van het leven. Terug mij zijn!
Ik weet wat je meemaakt en ik hoop dat je je snel weer beter voelt. Niets is zo erg als jezelf even kwijt zijn.
BeantwoordenVerwijderenHey Hanne, wat rot voor jou zeg. Ik hoop dat je je balans en energie terugvindt. (Ik wilde schrijven: 'snel' terugvindt, maar dat zou alweer een deel van het probleem zijn. Neem je tijd, dag per dag, op je eigen tempo.) Dikke knuffel!
BeantwoordenVerwijderen